Vragen van burgers op commissies

Om de Turnhoutenaar sterker te betrekken bij het gemeentelijk beleid, wordt de mogelijkheid gegeven om rechtstreeks vragen te stellen aan de leden van het college over beleidsitems op de commissies.

Voorwaarden

De vraagsteller moet minstens 16 jaar zijn op de datum van de zitting en ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van Stad Turnhout. Bovendien moet hij/zij zelf aanwezig zijn op de betreffende commissie.

Terug naar boven

Procedure

De vraagsteller dient zijn vraag, bondig en duidelijk, schriftelijk in bij het stadssecretariaat. Dit kan per mail (commissies@turnhout.be) of per brief. De vraagsteller vermeldt daarbij zijn naam en adres. De vraag wordt 14 kalenderdagen voor de commissiezitting ingediend. Per zitting kan elke Turnhoutenaar 1 vraag stellen.

De vragen mogen enkel betrekking hebben op materie die tot de gemeentelijke bevoegdheid behoort en moeten redelijk en concreet zijn. Het mogen ook geen persoonlijke aanvallen zijn of persoonsgebonden materies.

Terug naar boven

Meebrengen

Bedrag

Uitzonderingen

De voorzitter van de commissie oordeelt over de ontvankelijkheid van de vraag op basis van dit reglement. Wordt een vraag onontvankelijk verklaard, dan stelt het stadssecretariaat de indiener op de hoogte. Indien een vraag voor een verkeerde commissie wordt ingediend, kan de voorzitter de vraag doorverwijzen naar de juiste commissie.

Terug naar boven

Regelgeving

De voorzitter van de commissie staat in voor het ordelijk verloop en de tijdsduur. In geval van verstoring van de orde kan de voorzitter een einde maken aan de vraagstelling. Als er vragen zijn, worden deze na behandeling van de reguliere agenda gesteld. De maximale totaalduur is 30 minuten. Indien niet alle vragen behandeld kunnen worden, worden ze in een volgende commissiezitting verder opgenomen. Vragen worden chronologisch behandeld, volgens het tijdstip van indiening. Als dezelfde vraag werd ingediend, krijgt de eerste indiener het woord. De voorzitter verleent het woord aan de vraagsteller. De vraagsteller stelt zijn vraag, eventueel aangevuld 3/5 met een beperkte verduidelijking rekening houdend met §4 van het reglement. De vraagsteller krijgt daarvoor maximum 3 minuten.

Het antwoord is kort en bondig. De leden van het college hebben het recht het antwoord in beraad te houden om informatie in te winnen of om overleg te plegen over de gestelde vraag. In dat geval krijgt de vraagsteller binnen de dertig dagen na de zitting een schriftelijk antwoord. De totale duurtijd van een vraag (vraag en antwoord) bedraagt niet meer dan 7 minuten. De vragen of antwoorden kunnen geen aanleiding geven tot stemming

Terug naar boven